"Ook dat nog…”

Hoe ik leerde luisteren naar een lijf dat haperde.

In stressvolle tijden vergeet ik het soms: mijn lijf is geen machine die maar door moet blijven draaien. Geen werknemer die je gewoon af en toe wat extra taken opdraagt. Ze is mijn bondgenoot. En juist als het moeilijk is, heeft ze iets te vertellen.

Ik zette een sprint in.
Ga ik het halen?
Ohhh… plof. Net op tijd.
Een lijf dat haperde. Letterlijk. Ik had weer een opvlamming van mijn colitis ulcerosa. Damn…

En eerlijk? Ik was boos. Op mezelf.
Dat ik het zo ver had laten komen, ondanks alles wat ik in de afgelopen jaren had geleerd.
Dat ik wéér een periode had geleefd alsof mijn lichaam er gewoon is – om te doen wat ik wil, wanneer ik het wil.
Alsof het vanzelfsprekend is dat ze altijd zonder te protesteren meebeweegt, terwijl ik doordraaf.  

Maar zo werkt het niet.

Mijn lijf is geen robot.

Ze is een vriendin.
Eentje die al een tijdje zachtjes iets tegen me probeerde te zeggen.
En ik? Ik zette het geluid op stil.
Tot ze zich genoodzaakt voelde het volume flink omhoog te gooien.

Buikrampen. Hoofdpijn. Misselijkheid. Extreme moeheid. Sprintjes naar de wc.
Dat is zo’n beetje hoe ik mij de afgelopen tijd voel. Niet constant, maar in golven.
Soms denk ik even: hé, het valt wel mee vandaag.
En dan… bam. The walrus is back.

Want ja, zo voel ik me: als een waggelende walrus.
Door de opgezette buik.
En – laat ik het beestje maar bij de naam noemen – ook door de extra kilo’s die zich de laatste tijd gezellig aan me hebben gehecht.

Mijn lijf haperde. En dat voelde… oneerlijk.

Want hallo, ik heb al genoeg aan m’n hoofd. Dit kon er toch echt niet ook nog bij?!

Maar diep vanbinnen wist ik het. Ze had het al eerder gezegd:
“Er is iets aan de hand dat jouw aandacht en zorg nodig heeft.”

Alleen… ik luisterde niet. Ik denderde gewoon door en vertelde mezelf dat ik goed bezig was.

Rustmomenten inbouwen (heel goed), focussen op wat me energie gaf (ook heel goed), emoties de ruimte geven (check!)…
…én chocolade.
En wijn.
En bitterballen.
En oh ja, ijs. Véél ijs.

(“Dat is ‘genieten van het leven’, toch?”)

Ik zocht naar geluksmomentjes in een stressvolle periode. Kleine genietdingen. En eerlijk? Die gaven me ook echt even een fijn gevoel.
Maar ergens wist ik ook wel: dit is geen duurzame zorg voor mijn lijf.
En juist daarom luisterde ik niet naar haar signalen.
Ik dacht: “Jahaa, ik weet het wel, dat ongezond eten niet top is.”
Maar dat was de boodschap niet.

Mijn lijf zei niet alleen: “Die bitterballen zijn misschien niet ideaal.”
Ze zei: 

“Even dat je het weet: je zit nog steeds op het randje van wat je aankunt. Die deadlines die je jezelf oplegt, voelen niet goed voor jou. Dus ik geef je even een hint door je wat klachten te geven, zodat je wakker wordt. Je mag even stilstaan en afwegen of je wel op het juiste pad zit.

En – oh ja – laat eens wat gezond voedsel doorkomen. Ik ben een beetje klaar met die troep die je in mij stopt.”

En wat deed ik? In plaats van echt te luisteren, schoof ik de signalen opzij.

Ik wist wel dat ik wat veel hooi op mijn vorm nam, maar nam niet de tijd om eens ècht te onderzoeken hoe het met me ging. Onder het mom van: want ik heb het al zo druk, daar heb ik geen tijd voor. Herkenbaar?

Ik besloot de milde klachten van mijn lijf af te schuiven op mijn ‘bourgondische levensstijl’.
“Zal wel door de borrelhapjes en wijn komen. Komt wel weer goed.”
Ik duwde het vooruit. Later zou ik het wel oplossen.
Nu even rust. Nu even genieten. Dan ben ik goed bezig, toch?

Maar precies daar ging het mis.

Want daardoor hoorde ik niet haar cruciale boodschap. Die had kunnen voorkomen dat ik teveel en te lang in stress zou schieten, waardoor mijn lijf uiteindelijk ingreep met:

“En nu is het klaar! Ik ga werken met grof geschut om gehoord te worden. Even kijken: welke tools heb ik voorhanden? Ahhh natuurlijk, colitus ulserosa. Die ga ik eens flink laten opvlammen. Dat schudt haar wel wakker…” 

Gelijk heeft ze, mijn lijf. En goed dat het zo werkt, dat een lijf zich niet laat afwimpelen. Echte vrienden laten zich niet afwimpelen, die gáán voor elkaar. Als ik mijn lijf écht als vriendin zou zien – als bondgenoot – dan zou ik niet zo met haar omgaan.

Niet negeren. Niet wegsussen.

Dan zou ik gaan zitten.
Luisteren.
De tijd nemen.
Zorgzaam zijn.
Zeker als ze zich niet lekker voelt.

Voor mij begint de weg naar (herstel en) balans daar…
… in het moment dat ik stop met vechten tegen mijn lijf, en haar weer zie voor wie ze is.

Mijn lijf is een vriendin.

Eentje die me niet in de steek laat.
Die me wil helpen.
Die blijft proberen me te bereiken, ook als ik haar even niet hoor.

En vandaag zeg ik:

“Hallo, ik ben er weer!”

Ik op strand

✨ Wil je daar ook even bij stilstaan?

Ik heb een gratis meditatie voor je ingesproken:

👉Hallo lijf, ik ben er weer! – Meditatie

Een paar minuten om te landen, te voelen, en opnieuw contact te maken.
Je lijf is er al. Nu jij nog. 


💛 Suzanne

Schrijf je snel in!

 

💛 Wat deze meditatie je brengt:

🔸 Verbinding met je lijf – ook als het moe, gespannen of uitgeput is
🔸 Ruimte voor jezelf – zonder oordeel, zonder doel
🔸 Zachte reflectie – via ademhaling, aandacht en liefdevolle vragen
🔸 Een warm welkom terug bij jezelf

Na aanmelding ontvang je een e-mail met bevestiging. Je schrijft je verder automatisch in voor de nieuwsbrief. Je kan je altijd afmelden.